Select Page

Behandeling enkelbreuk

Print Friendly, PDF & Email

Wat is de richtlijn?

U heeft een breuk ter plaatse van de stabiliserende enkelband tussen uw kuit- en scheenbeen (Weber type B). Veelal kan dit behandeld worden met gips of een orthese (een soort brace). In sommige gevallen is de enkel instabiel en is het nodig om de enkel te opereren om de stabiliteit te herstellen. In de meeste gevallen blijven er na deze breuk weinig restklachten over. Mocht u vragen hebben over de beste behandeling voor u, aanhoudende klachten houden of achterblijven in uw herstel, neem dan contact op met uw behandelaar.

Gips of operatie?

Als na de breuk de botten helemaal of bijna helemaal in de goede stand staan, is er sprake van een stabiele breuk. Dat is vaak het geval als er alleen een scheurtje in een bot is ontstaan of als de afwijkende stand van de botten klein is. Bij een stabiele breuk is meestal geen operatie nodig. Een behandeling zonder operatie heet ook wel een conservatieve behandeling. De stand van de botten is van buitenaf te corrigeren. Bij een breuk die niet goed staat, wordt deze ‘gezet’. De botten staan daarna weer netjes tegen elkaar aan. Het zetten van de botten moet snel gebeuren, want door de enkel lopen zenuwen en bloedvaten. Die kunnen beschadigd raken wanneer de botdelen niet in hun goede positie staan. Als de botten in de goede positie staan, is het belangrijk om die goede positie te behouden. Dat gebeurt door de voet in het gips te zetten. Een alternatief voor gips is een ‘orthese’ (een soort brace ) of ‘walker’, een harde laars. Een walker werkt even goed als spalken en gips.

Als na de enkelbreuk de botten niet in de goede stand staan, en ook niet van buitenaf goed te zetten zijn, hebt u een instabiele breuk. Er is dan een operatie (=chirurgie) nodig. In Nederland wordt ongeveer de helft van de patiënten met een enkelbreuk geopereerd. Niet iedereen wordt direct geopereerd. Soms moet de zwelling minder zijn voordat u geopereerd kunt worden. Ook zonder medische noodzaak geldt vaak een wachttijd voordat u geopereerd wordt. De operatie gebeurt door een chirurg. Dit kan een traumachirurgzijn (=arts gespecialiseerd in operaties na een ongeval) of een orthopeed (=arts gespecialiseerd in het ‘bewegingsapparaat’). Tijdens de operatie zet de chirurg de gebroken botdelen weer goed op elkaar. Daarna zet hij de botten vast met schroeven en plaatjes of pennetjes.

Gips (conservatieve behandeling)

Week 0-1

Gipsspalk of een orthese (/brace).

Week 1-6

Controle na één week met Röntgenfoto. Afhankelijk van de foto mag U het been belasten in het gips of de brace. Overleg met uw arts over uw persoonlijk situatie.

Na 6 weken

Verwijderen van het gips of brace en een controle van de functie. Afhankelijk van uw situatie wordt nog een vervolgafspraak gemaakt.

Zodra u zonder klachten kunt wandelen mag u weer starten met sporten.

Instructies tijdens gips:

  • Voelt in de eerste twee weken uw gips strak aan? Houdt uw been omhoog, bijvoorbeeld op een stoel of een bank.
  • Blauwverkleuring van de tenen past veelal bij uitzakken van de bloeduitstorting, dit kan geen kwaad.
  • Heeft u pijn? Gebruik dan paracetamol. Wacht niet met paracetamol nemen totdat u te veel pijn heeft. Neem het altijd verspreid over de dag in. U kunt maximaal 4x per dag 2 tabletten van 500 mg paracetamol innemen op vaste tijden, minimaal zes uur na de laatste inname. 
  • Heeft u onhoudbare pijn, verminderd gevoel of neemt de zwelling niet af in de aangedane voet of enkel. Neem dan contact op met uw behandelaar.

Instructies na verwijderen gips:

  • Uw behandeld arts bepaalt of een policontrole nodig is.
  • Na het verwijderen van het gips of de orthese is het belangrijk om snel te beginnen met het bewegen en oefenen van de enkel. 
  • Begin niet direct met sportactiviteiten waarbij de voet zwaar belast wordt. Twijfelt u of uw sport alweer mag? Overleg dit dan met uw arts bij het verwijderen van uw gips of orthese.
  • Na een breuk van de enkel kan stijfheid, krachtsverlies en een verstoorde coördinatie optreden. 

Behandeling enkelbreuk

Print Friendly, PDF & Email

Wat is de richtlijn?

U heeft een breuk ter plaatse van de stabiliserende enkelband tussen uw kuit- en scheenbeen (Weber type B). Veelal kan dit behandeld worden met gips of een orthese (een soort brace). In sommige gevallen is de enkel instabiel en is het nodig om de enkel te opereren om de stabiliteit te herstellen. In de meeste gevallen blijven er na deze breuk weinig restklachten over. Mocht u vragen hebben over de beste behandeling voor u, aanhoudende klachten houden of achterblijven in uw herstel, neem dan contact op met uw behandelaar.

Gips of operatie?

Als na de breuk de botten helemaal of bijna helemaal in de goede stand staan, is er sprake van een stabiele breuk. Dat is vaak het geval als er alleen een scheurtje in een bot is ontstaan of als de afwijkende stand van de botten klein is. Bij een stabiele breuk is meestal geen operatie nodig. Een behandeling zonder operatie heet ook wel een conservatieve behandeling. De stand van de botten is van buitenaf te corrigeren. Bij een breuk die niet goed staat, wordt deze ‘gezet’. De botten staan daarna weer netjes tegen elkaar aan. Het zetten van de botten moet snel gebeuren, want door de enkel lopen zenuwen en bloedvaten. Die kunnen beschadigd raken wanneer de botdelen niet in hun goede positie staan. Als de botten in de goede positie staan, is het belangrijk om die goede positie te behouden. Dat gebeurt door de voet in het gips te zetten. Een alternatief voor gips is een ‘orthese’ (een soort brace ) of ‘walker’, een harde laars. Een walker werkt even goed als spalken en gips.

Als na de enkelbreuk de botten niet in de goede stand staan, en ook niet van buitenaf goed te zetten zijn, hebt u een instabiele breuk. Er is dan een operatie (=chirurgie) nodig. In Nederland wordt ongeveer de helft van de patiënten met een enkelbreuk geopereerd. Niet iedereen wordt direct geopereerd. Soms moet de zwelling minder zijn voordat u geopereerd kunt worden. Ook zonder medische noodzaak geldt vaak een wachttijd voordat u geopereerd wordt. De operatie gebeurt door een chirurg. Dit kan een traumachirurgzijn (=arts gespecialiseerd in operaties na een ongeval) of een orthopeed (=arts gespecialiseerd in het ‘bewegingsapparaat’). Tijdens de operatie zet de chirurg de gebroken botdelen weer goed op elkaar. Daarna zet hij de botten vast met schroeven en plaatjes of pennetjes.

Gips (conservatieve behandeling)

Week 0-1

Gipsspalk of een orthese (/brace).

Week 1-6

Controle na één week met Röntgenfoto. Afhankelijk van de foto mag U het been belasten in het gips of de brace. Overleg met uw arts over uw persoonlijk situatie.

Na 6 weken

Verwijderen van het gips of brace en een controle van de functie. Afhankelijk van uw situatie wordt nog een vervolgafspraak gemaakt.

Zodra u zonder klachten kunt wandelen mag u weer starten met sporten.

Instructies tijdens gips:

  • Voelt in de eerste twee weken uw gips strak aan? Houdt uw been omhoog, bijvoorbeeld op een stoel of een bank.
  • Blauwverkleuring van de tenen past veelal bij uitzakken van de bloeduitstorting, dit kan geen kwaad.
  • Heeft u pijn? Gebruik dan paracetamol. Wacht niet met paracetamol nemen totdat u te veel pijn heeft. Neem het altijd verspreid over de dag in. U kunt maximaal 4x per dag 2 tabletten van 500 mg paracetamol innemen op vaste tijden, minimaal zes uur na de laatste inname. 
  • Heeft u onhoudbare pijn, verminderd gevoel of neemt de zwelling niet af in de aangedane voet of enkel. Neem dan contact op met uw behandelaar.

Instructies na verwijderen gips:

  • Uw behandeld arts bepaalt of een policontrole nodig is.
  • Na het verwijderen van het gips of de orthese is het belangrijk om snel te beginnen met het bewegen en oefenen van de enkel. 
  • Begin niet direct met sportactiviteiten waarbij de voet zwaar belast wordt. Twijfelt u of uw sport alweer mag? Overleg dit dan met uw arts bij het verwijderen van uw gips of orthese.
  • Na een breuk van de enkel kan stijfheid, krachtsverlies en een verstoorde coördinatie optreden.