Enkelbreuk (type B)
Wat is een enkelbreuk?
Uw enkelbreuk kan stabiel of instabiel zijn. Bij een stabiele enkelbreuk is de positie van de botten ten opzichte van elkaar nog in orde. Bij een instabiele breuk is dat niet zo.
Artsen delen enkelbreuken in naar ‘typen’. Die indelingen zijn belangrijk voor uw arts om de beste behandeling te bepalen. De meest gebruikte indelingen is de Weber-classificatie, waarbij er een indeling is naar de hoogte van de breuk van het kuitbeen.
De enkel
In de enkel komen het scheenbeen, het kuitbeen en het sprongbeen samen. De uiteinden van het scheenbeen en het kuitbeen staan als een vork om het sprongbeen heen. Die uiteinden zijn de knobbels op de enkel: het scheenbeen is de knobbel op de binnenkant en het kuitbeen is de knobbel op de buitenkant van de enkel.
Het scheenbeen, kuitbeen en sprongbeen vormen samen het bovenste spronggewricht. Dat is een scharniergewricht dat ervoor zorgt dat we onze voeten op en neer kunnen bewegen (dus: de voeten bewegen naar boven in de richting van de knieën, en terug van de knieën af). Onder het bovenste spronggewricht zit het onderste spronggewricht. Daarmee kunnen we de voeten naar binnen en naar buiten bewegen. Bij een enkelbreuk is er een breuk in het bovenste spronggewricht (en dus niet een breuk in het onderbeen of de hiel).

Hoe vaak komen enkelbreuken voor?
Enkelbreuk (type B)

Wat is een enkelbreuk?
Uw enkelbreuk kan stabiel of instabiel zijn. Bij een stabiele enkelbreuk is de positie van de botten ten opzichte van elkaar nog in orde. Bij een instabiele breuk is dat niet zo.
Artsen delen enkelbreuken in naar ‘typen’. Die indelingen zijn belangrijk voor uw arts om de beste behandeling te bepalen. De meest gebruikte indelingen is de Weber-classificatie, waarbij er een indeling is naar de hoogte van de breuk van het kuitbeen.
De enkel
In de enkel komen het scheenbeen, het kuitbeen en het sprongbeen samen. De uiteinden van het scheenbeen en het kuitbeen staan als een vork om het sprongbeen heen. Die uiteinden zijn de knobbels op de enkel: het scheenbeen is de knobbel op de binnenkant en het kuitbeen is de knobbel op de buitenkant van de enkel.
Het scheenbeen, kuitbeen en sprongbeen vormen samen het bovenste spronggewricht. Dat is een scharniergewricht dat ervoor zorgt dat we onze voeten op en neer kunnen bewegen (dus: de voeten bewegen naar boven in de richting van de knieën, en terug van de knieën af). Onder het bovenste spronggewricht zit het onderste spronggewricht. Daarmee kunnen we de voeten naar binnen en naar buiten bewegen. Bij een enkelbreuk is er een breuk in het bovenste spronggewricht (en dus niet een breuk in het onderbeen of de hiel).
