Behandeling knieprothese
Voor het plaatsen van een knieprothese
Het plaatsen van een knieprothese
De operatie
Voor de operatie krijgt u een ruggenprik of een algehele narcose. Daarna start de arts door een snee te maken van uw bovenbeen naar uw onderbeen van ongeveer 15 tot 20 centimeter lang. Eerst worden de versleten botdelen verwijderd. De botdelen die overblijven worden passend gemaakt voor de knieprothese. Dan wordt de knieprothese geplaatst. De knieprothese wordt vastgezet met botcement (een soort lijm). Soms wordt een deel van de knieprothese tussen het bot geklemd.
Herstel
Na de operatie blijft u 1 tot 3 dagen in het ziekenhuis. Vaak mag u op de dag van de operatie al uit bed. U begint dan direct met de revalidatie (herstel) met hulp van een fysiotherapeut. U begint met het buigen en strekken van de knie. Met behulp van krukken mag u uw been weer belasten. Als u na 1 tot 3 dagen niet voldoende hersteld bent om naar huis te gaan kunt u verder herstellen in een revalidatiecentrum.
Medicijnen
Tijdens en na de operatie krijgt u pijnstillers.
Om een ontsteking in de knie te voorkomen krijgt u tijdens de operatie antibiotica. Soms krijgt u dat ook na de operatie.
Na de operatie heeft u een grotere kans op trombose (bloedpropjes). Meestal krijgt u ongeveer 4 tot 6 weken bloedverdunnende medicijnen om dat te voorkomen.
Complicaties
Na een operatie heeft u altijd kans op complicaties (problemen). Bijvoorbeeld een infectie of een nabloeding. Neem contact op met uw arts als:
- er veel vocht uit de wond komt;
- u opeens meer pijn krijgt;
- de wond dik wordt,;
- of als u opeens niet meer kunt staan.
Soms is het buigen van de knie moeilijk. Dat kan komen omdat de knieschijf niet goed beweegt. Dan is er een nieuwe operatie nodig. Het kan ook komen omdat het littekenweefsel erg stug is. Buigen kan dan ook pijnlijk zijn. Uw arts kan uw knie dan verdoven en buigen. Zo wordt het littekenweefsel soepeler.
Hoe gaat het verder bij een knieprothese?
In de eerste 3 maanden na de operatie gaat het herstel het snelst. De meeste mensen kunnen al snel na de operatie beter lopen dan voor de operatie. Na 12 maanden is uw knie volledig beter.
De knieprothese buigt wel iets minder ver dan een gewone knie. De knie buigt meestal wel ver genoeg om te kunnen lopen, fietsen en zitten. Hurken en knielen gaat meestal niet.
U kunt de knieprothese beter niet te zwaar belasten tijdens werk of sport. De knieprothese kan dan beschadigen. Rustige sporten, bijvoorbeeld zwemmen, golfen of fietsen, zijn vaak wel mogelijk. Uw arts kan u adviseren over sport en (aanpassingen op) uw werk.
Ook een knieprothese slijt. Meestal gaat een knieprothese ongeveer 15 tot 20 jaar mee. Daarna kan weer een nieuwe prothese geplaatst worden.
Behandeling knieprothese
Voor het plaatsen van een knieprothese
Het plaatsen van een knieprothese
De operatie
Voor de operatie krijgt u een ruggenprik of een algehele narcose. Daarna start de arts door een snee te maken van uw bovenbeen naar uw onderbeen van ongeveer 15 tot 20 centimeter lang. Eerst worden de versleten botdelen verwijderd. De botdelen die overblijven worden passend gemaakt voor de knieprothese. Dan wordt de knieprothese geplaatst. De knieprothese wordt vastgezet met botcement (een soort lijm). Soms wordt een deel van de knieprothese tussen het bot geklemd.
Herstel
Na de operatie blijft u 1 tot 3 dagen in het ziekenhuis. Vaak mag u op de dag van de operatie al uit bed. U begint dan direct met de revalidatie (herstel) met hulp van een fysiotherapeut. U begint met het buigen en strekken van de knie. Met behulp van krukken mag u uw been weer belasten. Als u na 1 tot 3 dagen niet voldoende hersteld bent om naar huis te gaan kunt u verder herstellen in een revalidatiecentrum.
Medicijnen
Tijdens en na de operatie krijgt u pijnstillers.
Om een ontsteking in de knie te voorkomen krijgt u tijdens de operatie antibiotica. Soms krijgt u dat ook na de operatie.
Na de operatie heeft u een grotere kans op trombose (bloedpropjes). Meestal krijgt u ongeveer 4 tot 6 weken bloedverdunnende medicijnen om dat te voorkomen.
Complicaties
Na een operatie heeft u altijd kans op complicaties (problemen). Bijvoorbeeld een infectie of een nabloeding. Neem contact op met uw arts als:
- er veel vocht uit de wond komt;
- u opeens meer pijn krijgt;
- de wond dik wordt,;
- of als u opeens niet meer kunt staan.
Soms is het buigen van de knie moeilijk. Dat kan komen omdat de knieschijf niet goed beweegt. Dan is er een nieuwe operatie nodig. Het kan ook komen omdat het littekenweefsel erg stug is. Buigen kan dan ook pijnlijk zijn. Uw arts kan uw knie dan verdoven en buigen. Zo wordt het littekenweefsel soepeler.
Hoe gaat het verder bij een knieprothese?
In de eerste 3 maanden na de operatie gaat het herstel het snelst. De meeste mensen kunnen al snel na de operatie beter lopen dan voor de operatie. Na 12 maanden is uw knie volledig beter.
De knieprothese buigt wel iets minder ver dan een gewone knie. De knie buigt meestal wel ver genoeg om te kunnen lopen, fietsen en zitten. Hurken en knielen gaat meestal niet.
U kunt de knieprothese beter niet te zwaar belasten tijdens werk of sport. De knieprothese kan dan beschadigen. Rustige sporten, bijvoorbeeld zwemmen, golfen of fietsen, zijn vaak wel mogelijk. Uw arts kan u adviseren over sport en (aanpassingen op) uw werk.
Ook een knieprothese slijt. Meestal gaat een knieprothese ongeveer 15 tot 20 jaar mee. Daarna kan weer een nieuwe prothese geplaatst worden.